Enzymen zijn in feite eiwitten die gevormd worden in cellen. Enzymen bestaan uit aminozuren; soms worden er wel honderden aminozuren aan elkaar gekoppeld om een enzym te vormen.
We maken grofweg onderscheid tussen drie soorten enzymen: enzymen voor de stofwisseling (metabole), enzymen voor de spijsvertering en voedingsenzymen. De bekendste enzymen zijn toch wel de verteringsenzymen. Ze zorgen dat eiwitten, vetten en koolhydraten opgebroken worden tot kleine moleculen. Daarna kunnen je darmen de voedingsstoffen makkelijk opnemen. Je lichaam maakt deze verteringsenzymen in principe zelf aan. Voedingsenzymen krijg je binnen door voornamelijk rauw voedsel te eten. Zie ook: Voeding met enzymen.
De betekenis van ‘enzymen’ stamt uit het Grieks, waar het afgeleid is van ‘enzume’, ofwel ‘zuurdeeg’ of ‘gist’.
Soorten enzymen
Er bestaan ontzettend veel enzymen! Enkele belangrijke hebben we hieronder opgesomd:
Enzymactiviteit is belangrijk!
De enzymactiviteit van elk enzym wordt altijd met afkortingen aangeduid. De enzymactiviteit van amylase duiden we bijvoorbeeld aan met DU (Dextrinizing Units), die van protease met HUT (Hemoglobin Unit) of SAPU (Spectrophotometric Acid Protease Units) en die van bromelaïne met GDU (Gelatin Digesting Units). Bij hoogwaardige supplementen zul je bij de dosering zien dat er een getal voor deze afkortingen staat, deze duiden aan welke activiteit de enzymen hebben. Hoe hoger, hoe beter!